Door: Ben van der Veen en Willem Krijgsman
Na jaren van ontwikkeling in wetenschappelijke hoek en vele jaren van toepassing in projecten in de praktijk gaat het er mogelijk van komen… We hadden al eerder met marktpartijen gewerkt aan GEA-tooling, maar dat heeft niet geleverd wat we voor ogen hadden. We zijn binnen het GEA-kernteam nu zelf begonnen aan het ontwikkelen van GEA-tooling, en wel op basis van Sparx’ Enterprise Architect.
Dit doen we door een compleet eigen GEA-model te implementeren, conform het GEA-metamodel met de standaard GEA-componentenset. Hierbij krijgen de componenten de layout en iconen die u van ons gewend bent in boeken en publicaties. We beogen met het tool zowel een theoretisch kloppende structuur te implementeren, als ook praktisch bruikbare instrumenten te leveren die de GEA-architecten en organisaties gaan ondersteunen bij hun uitdagingen.
We hebben om een aantal redenen gekozen voor Enterprise Architect: a) we kennen het tool goed; b) het is breed bekend en veel gebruikt binnen de architectuurcommunity; c) het is een stabiel product met een veeljarig track-record; en d) het is relatief goedkoop en daarmee laagdrempelig.
De methode op zich doet het niet en “a fool with a tool is still a fool”. Maar in deskundige handen ziet het beeld er heel anders uit. Tooling vinden we belangrijk voor een consistente vastlegging, voor het faciliteren van werksessies, voor het uitvoeren van impactanalyses, voor het creëren van draagvlak, voor ondersteuning van onze professionaliteit.
Wat we beogen is niet alleen een GEA-implementatie te maken in het tool, maar ook te voorzien in een aantal instrumenten, waarmee we het GEA-stappenplan goed kunnen ondersteunen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan modellen, schema’s, en tabellen. Denk ook aan het genereren van diverse documentaire producten voor de borging van kennis en inzichten, en ook aan workshopmateriaal. We denken dat een architectuurrepository met vulling na een GEA-opdracht ook een belangrijke functie vervult in de architectuurgovernance, en geschikt is voor hergebruik voor de zich aandienende vraagstukken. Dat levert een vliegende start bij een volgende GEA-opdracht.
Gaat dit voor alle GEA-practitioners beschikbaar komen? Hierop bezinnen we ons nog. Een idee is dat het kernmodel openbaar zou kunnen worden, en dat specifieke instrumenten beschikbaar kunnen komen voor GEA-gecertificeerden. Immers, “a fool with a tool is still a fool” en aantoonbare kennis van en inzicht in het GEA -werkveld geeft een gezonde basis voor mooi werk. We willen de kwaliteiten van GEA graag promoten, en hierbij hoort hoge kwaliteit van het GEA-werk.
Tot zover het dagdromen, nu de harde werkelijkheid. We gaan eerst nog flink aan de slag om een implementatie te realiseren en zelf te beproeven. Zoals u van ons mag verwachten doen we dat met een agile insteek waarin theorie en praktijk samenkomen. We laten binnen afzienbare tijd weer van ons horen over onze nieuwste inzichten en vorderingen. U gaat merken of het ons lukt.